Ons hart is van steen

Er waren geen kralen meer. Alles was opgeregen.
‘Er is een vrouw, bij de andere stam,’ zei Hamida. ‘die schijnt kralen te hebben. Ga daar maar heen.’
Het viel tegen. De vrouw had een klein zakje goud en wat rood, meer niet. En ik betaalde veel te veel, bleek later.

kralen sinai egypte

Kiloknallers uit Katharina

Hamida liet de kraaltjes door haar vingers rollen en keek mismoedig.
‘Niet goed,’ zei ze.
‘Wat is er niet goed?’
‘Niet zoals die van Anita.’ Anita is een Duitse kralenkunstenares die allerlei mooie ontwerpen maakt en die dan door de vrouwen laat uitvoeren. Met het beste kralenmateriaal. Maar waar ze het koopt bleek een moeilijk te ontsluieren raadsel.

‘Uit Katharina, ’ dacht Jamila. En dus gingen we naar Katharina. Ik nam een voorbeeldzakje mee en ging met Nadiya naar de winkel.
‘Dit moet je hebben,’ besliste Nadiya, ‘het is precies hetzelfde.’
Maar: ‘weer niet goed,’ zuchtte Hamida. ‘Kijk maar, het is anders.’
Ik zag niks. Was Hamida een zeur? Had ze geen zin meer in het werk? Eerlijkheid is bepaald geen kernkwaliteit hier. Wat bedoelde ze nou echt?

‘Kralen als Anita heeft.’ Het werd een mantra die alle vrouwen reciteerden. Waar o waar te vinden?

bedoeienevrouw aan het werk met kralen

Hamda: deze zijn wel goed

De buurman van broer Abrahim wist het, zo bleek. Hij regelde veel voor de kralenkunstenares, ook de inkoop van de kilo’s kralen die zij nodig had. Die waren Tsjechisch van makelij en in één bepaalde winkel in Cairo te krijgen. Waar dan wel?
‘Dat zeg ik niet, want dan gaat Maryam ook van alles laten maken en dat is niet goed voor Anita.’ Samenwerking is ver te zoeken onder de bewoners van hetzelfde gehucht, dat bleek maar weer.

 

‘Hier begrijp ik niks van,’ zei ik tegen Aliyan, Hamida’s broer. ‘Er is nauwelijks werk voor de mannen, iedereen klaagt steen en been, en nou wil jouw eigen buurman ons niet helpen zodat de vrouwen tenminste wat extra’s kunnen verdienen. Bah!’
‘Hij beschermt zijn werk, dat is gewoon.’
‘Dat is niet gewoon, dat is, zeker in deze tijd, onbegrijpelijk. Wat zijn jullie toch wantrouwend en onbehulpzaam tegen elkaar.’
‘Ja, dat klopt.’ Aliyan gaf het zonder blikken of blozen toe.
‘Maar ik ga wel weer naar hem toe. ‘
Het duurde drie bezoeken en een paar telefoontjes voor de man om was. Het hielp dat Aliyan vertelde dat ik uit Nederland kwam en dat dat heel ver weg van Duitsland lag.

Wie nu denkt dat de kraaltjes snel gekocht waren heeft het mis.
‘Er moet iemand naar Cairo.’
‘Wie weet gaat Abu Ahmad wel, laten we eens vragen.’
En zo gingen de dagen voorbij maar noch Abu Ahmad, noch iemand anders ging. Totdat Abrahim meldde dat hij zelf zou gaan. Mooi dacht ik en reeg een armband van alle kleuren die ik wilde.
‘Ik ga wel voor jou, maar dan moet je alle kosten vergoeden,’ zei Abrahim.
‘Ligt eraan, wat vraag je,’ waarna hij een bedrag noemde waarvoor ik makkelijk van Sharm naar Cairo kon vliegen. En terug.
‘Laten we er maar helemaal mee ophouden,’ zei ik. ‘Het wordt me allemaal te duur, ik verdien er zo niks meer mee, waarom zou ik al die moeite dan doen?’
Ik kreeg er steeds minder zin in. Daar zat ik dan met mijn goeie gedrag en die kerels dachten alleen aan hun eigen belang.

bedoeienenman sinai egypte

Aliyan: ons hart is van steen

Ik stond op het punt naar Hamida te gaan om te zeggen dat alles niet doorging toen Aliyan me belde. Het kon best goedkoper, meldde hij, het zou op de helft neerkomen.
‘Ik had er bijna geen zin meer in,’ zei ik tegen hem.
‘Ja, dat merkte ik,’ zei hij. ‘Wij zijn geen leuke mensen hoor, maar dat weet je intussen wel. De meeste buitenlanders hebben na een paar jaar meer dan genoeg van ons. Je houdt het nog best lang met ons uit.’
‘Dat komt door de vrouwen,’ zei ik.
‘Hun hart is zacht net als dat van jou. Ons hart is van steen.’

Marion Meulenbroek
http://www.hadiyareizen.nl

Engeltjes, engeltjes engeltjes

Engeltjes gemaakt door bedoeïenenvrouwen in SinaiMet lede ogen zie ik de af gelopen jaren de armoede hand over hand toenemen hier in Nuweiba en zoals overal raakt dat vrouwen en kinderen het hardst. De vrouwen die hier wonen maken sieraden en figuurtjes van kralen. Normaal verkopen ze hun waar langs het strand maar daar valt nu weinig te beleven.

Mij vielen vooral de engeltjes op. Met wat andere patroontjes en kleuren zouden ze nog aardiger zijn, bedacht ik.

De  4 vrouwen met wie ik het meeste optrek, en van wie ik ook weet hoe hun huiselijke omstandigheden zijn, waren blij. Ging ik hun werk in Nederland verkopen? Zouden mijn landgenoten de engeltjes leuk vinden? Ze waren ook wat gespannen, want in hun ogen wilde ik rare dingen. Of er ook engeltjes met stipjes gemaakt konden worden? Met verticale strepen? Met geel haar?

De stippen leidden in eerste instantie tot streepjes van 3 of 4 kralen, maar na een paar keer had Hamida, de coördinator, het door. De verticale strepen waren ineens helemaal geen probleem maar over het gele haar struikelden de vrouwen. Dat haar deden ze altijd met zwarte kralen.

‘Geel? Dat doe ik nooit. Dat hoort niet, ya Maryam.’ Waarna Hamida  vervolgde: ‘ We doen toch altijd blauw?’ Ik keek haar verbaasd aan. Dat had ik nou nog nooit gezien.

‘Echt waar, kijk maar hier.’ Ze pakte er een engeltje bij dat toch heus zwarte haren had. ‘Blauw,’ wees ze.

Haar broer schoot te hulp.

‘Azraq,’ zei hij, ‘ dat betekent hier donker.’

‘Hoe noemen jullie dan blauw?’

‘Ook azraq, om het jou makkelijk te maken.’

Uiteindelijk ontstond er een aardige collectie, die mee naar Nederland mocht. Over deze collectie later meer, want eerst wil ik de maaksters voorstellen.

Onze  vier vrouwen

Allereerst is daar Hamida, 35 jaar, getrouwd met Mohammed die een pick-up truck heeft. Daarmee vervoert hij vrachtjes als daar behoefte aan is. Met zo weinig toeristen is er niet veel vraag. Hij heeft niet veel omhanden. En hij heeft geen uitgebreid netwerk omdat hij nogal verlegen is.

Hamida, bedoeïenenvrouw

Hamida met haar dochtertjes Nora en Zeinab

Hamida heeft 5 kinderen, 4 dochters  en 1 zoon. Dolblij is ze met de dochters want die blijven later bij moeder in de buurt. Gezellig is dat, en ook nuttig. Want de meisjes helpen al snel mee. De oudste (15) maakt al hele mooie engeltjes en kettinkjes. Maar in de ochtend gaat ze nog steeds naar school.  Omdat Hamida dat wil, haar man kan het niet schelen.

Hamida ’s werk is het mooiste. Soepel en keurig afgewerkt. Maar met de tekeningen die ik van kleurencombinaties maakte kan ze niks. ‘Ga maar naast me zitten en zeg het me maar,’ vindt ze. ‘Dat werkt beter. Zo’n vel papier, daar houd ik niet van.’

Overigens is Hamida degene die de mobiele telefoon tegenwoordig bij zich heeft. Zij verdient nu geld, krijgt opdrachten en onderhoudt voor een groot deel het gezin. Mohammed zien we niet vaak: die zit bij zijn zussen of moeder en drinkt thee.

Onze tweede vrouw is Sabaha.

Sabaha met de engeltjes

Sabaha met de engeltjes

Zij is ook 35 jaar en een schoonzus van Hamida. Lief en hartelijk is Sabaha,  maar ook een beetje traag.  Ze droomt vaak weg, en dan vergeet ze  haar kralenwerk en soms haar dochtertje van anderhalf.  Die viel een keer van het opstapje en het duurde even voordat Sabaha weer bij de les was.

‘Zitten er drie vrouwen bij elkaar en niemand let op de baby,’ mopperde haar man, die overigens ook geen hand uitstak.  Sabaha heeft zes kinderen, drie jongens en drie meisjes.

De oudste, een zoon van 15, werkt al met toeristen, tenminste als die er zijn. Het is een wat gesloten, koppige jongen die liever bij zijn ooms zit dan bij zijn vader. Want vader heeft almaar kritiek op hem en dat verdraagt hij niet manmoedig, zoals het graag gezien wordt.

De jongste, van anderhalf,  zal de laatste zijn.

‘We nemen niet zoveel kinderen meer,’zegt Sabaha. ‘ Vijf of zes, dat is mooi.’

Dan hebben we Jamila. Zoals alle vrouwen hier trouwde ze jong. Maar helaas kwam er geen baby. Haar man wachtte zeven jaar en besloot toen een tweede erbij te trouwen.

Jamal en Yusuf, zoontjes van Jamila

Jamal en Yusuf, zoontjes van Jamila

Deze vrouw had al kinderen dus de kans was groot dat hij bij haar wel vader zou worden. Want hier denkt men al snel dat het aan de vrouw ligt. Nadat de trouwdag was gevierd was de tweede al snel zwanger. En…Jamila ook.  En dus werd Ahmad in 2010 tweemaal vader, met een maand ertussen.  De tweede vrouw was beeldschoon en al aan haar derde echtgenoot toe.  Maar ze was ook eigenwijs en overtuigd van haar eigen gelijk.

En dus sprak Ahmad de scheidings­formule driemaal uit, en besloot zich bij Jamila te houden. Die kreeg in 2011 nog een zoontje en in 2013 een dochtertje. En schilderde een groot hart in de slaapkamer.

Jamila heeft gevoel voor humor en haar gezicht straalt altijd als de volle maan. En dat zie je terug bij zoontje Yusuf, die sprekend op zijn moeder lijkt.

Tot slot is daar Hamda. Zij is de zus van Hamida en net 30 geworden.  Hamda hoeft helemaal niet te werken want ze is op haar zestiende goed getrouwd. Haar man heeft 2 jeeps en een prachtig huis, speciaal  voor haar gebouwd. Met maar liefst twee badkamers, een mooie keuken, een echte eethoek – maar daar zit nooit iemand- en een bankstel dat ook nooit gebruikt wordt. Want iedereen zit altijd op de grond.  Hamda is humoristisch, intelligent en lief. Met haar, en met Jamila, kan je echt lachen.

Khalud, oudste dochter van Hamda

Khalud, oudste dochter van Hamda

Hamda helpt haar zus met de engeltjes, gewoon, omdat het gezellig is en ze van haar zus houdt. Zij heeft nu vier kinderen, van wie de oudste, een dochter, nu 13 is.

Dan volgen twee jongens en dan weer een meisje. Tussen elk van de kinderen zit vier jaar. ‘Dan heb ik alle tijd voor de baby ’ zegt ze. Want dan gaat die van vier naar school.

In de komende tijd blijven we deze vrouwen volgen. Mochten we meer producten kunnen verkopen, dan komen er ook meer vrouwen in beeld. Voorlopig echter houden we het bij deze vier.