Ons hart is van steen

Er waren geen kralen meer. Alles was opgeregen.
‘Er is een vrouw, bij de andere stam,’ zei Hamida. ‘die schijnt kralen te hebben. Ga daar maar heen.’
Het viel tegen. De vrouw had een klein zakje goud en wat rood, meer niet. En ik betaalde veel te veel, bleek later.

kralen sinai egypte

Kiloknallers uit Katharina

Hamida liet de kraaltjes door haar vingers rollen en keek mismoedig.
‘Niet goed,’ zei ze.
‘Wat is er niet goed?’
‘Niet zoals die van Anita.’ Anita is een Duitse kralenkunstenares die allerlei mooie ontwerpen maakt en die dan door de vrouwen laat uitvoeren. Met het beste kralenmateriaal. Maar waar ze het koopt bleek een moeilijk te ontsluieren raadsel.

‘Uit Katharina, ’ dacht Jamila. En dus gingen we naar Katharina. Ik nam een voorbeeldzakje mee en ging met Nadiya naar de winkel.
‘Dit moet je hebben,’ besliste Nadiya, ‘het is precies hetzelfde.’
Maar: ‘weer niet goed,’ zuchtte Hamida. ‘Kijk maar, het is anders.’
Ik zag niks. Was Hamida een zeur? Had ze geen zin meer in het werk? Eerlijkheid is bepaald geen kernkwaliteit hier. Wat bedoelde ze nou echt?

‘Kralen als Anita heeft.’ Het werd een mantra die alle vrouwen reciteerden. Waar o waar te vinden?

bedoeienevrouw aan het werk met kralen

Hamda: deze zijn wel goed

De buurman van broer Abrahim wist het, zo bleek. Hij regelde veel voor de kralenkunstenares, ook de inkoop van de kilo’s kralen die zij nodig had. Die waren Tsjechisch van makelij en in één bepaalde winkel in Cairo te krijgen. Waar dan wel?
‘Dat zeg ik niet, want dan gaat Maryam ook van alles laten maken en dat is niet goed voor Anita.’ Samenwerking is ver te zoeken onder de bewoners van hetzelfde gehucht, dat bleek maar weer.

 

‘Hier begrijp ik niks van,’ zei ik tegen Aliyan, Hamida’s broer. ‘Er is nauwelijks werk voor de mannen, iedereen klaagt steen en been, en nou wil jouw eigen buurman ons niet helpen zodat de vrouwen tenminste wat extra’s kunnen verdienen. Bah!’
‘Hij beschermt zijn werk, dat is gewoon.’
‘Dat is niet gewoon, dat is, zeker in deze tijd, onbegrijpelijk. Wat zijn jullie toch wantrouwend en onbehulpzaam tegen elkaar.’
‘Ja, dat klopt.’ Aliyan gaf het zonder blikken of blozen toe.
‘Maar ik ga wel weer naar hem toe. ‘
Het duurde drie bezoeken en een paar telefoontjes voor de man om was. Het hielp dat Aliyan vertelde dat ik uit Nederland kwam en dat dat heel ver weg van Duitsland lag.

Wie nu denkt dat de kraaltjes snel gekocht waren heeft het mis.
‘Er moet iemand naar Cairo.’
‘Wie weet gaat Abu Ahmad wel, laten we eens vragen.’
En zo gingen de dagen voorbij maar noch Abu Ahmad, noch iemand anders ging. Totdat Abrahim meldde dat hij zelf zou gaan. Mooi dacht ik en reeg een armband van alle kleuren die ik wilde.
‘Ik ga wel voor jou, maar dan moet je alle kosten vergoeden,’ zei Abrahim.
‘Ligt eraan, wat vraag je,’ waarna hij een bedrag noemde waarvoor ik makkelijk van Sharm naar Cairo kon vliegen. En terug.
‘Laten we er maar helemaal mee ophouden,’ zei ik. ‘Het wordt me allemaal te duur, ik verdien er zo niks meer mee, waarom zou ik al die moeite dan doen?’
Ik kreeg er steeds minder zin in. Daar zat ik dan met mijn goeie gedrag en die kerels dachten alleen aan hun eigen belang.

bedoeienenman sinai egypte

Aliyan: ons hart is van steen

Ik stond op het punt naar Hamida te gaan om te zeggen dat alles niet doorging toen Aliyan me belde. Het kon best goedkoper, meldde hij, het zou op de helft neerkomen.
‘Ik had er bijna geen zin meer in,’ zei ik tegen hem.
‘Ja, dat merkte ik,’ zei hij. ‘Wij zijn geen leuke mensen hoor, maar dat weet je intussen wel. De meeste buitenlanders hebben na een paar jaar meer dan genoeg van ons. Je houdt het nog best lang met ons uit.’
‘Dat komt door de vrouwen,’ zei ik.
‘Hun hart is zacht net als dat van jou. Ons hart is van steen.’

Marion Meulenbroek
http://www.hadiyareizen.nl

Engeltjes, engeltjes engeltjes

Engeltjes gemaakt door bedoeïenenvrouwen in SinaiMet lede ogen zie ik de af gelopen jaren de armoede hand over hand toenemen hier in Nuweiba en zoals overal raakt dat vrouwen en kinderen het hardst. De vrouwen die hier wonen maken sieraden en figuurtjes van kralen. Normaal verkopen ze hun waar langs het strand maar daar valt nu weinig te beleven.

Mij vielen vooral de engeltjes op. Met wat andere patroontjes en kleuren zouden ze nog aardiger zijn, bedacht ik.

De  4 vrouwen met wie ik het meeste optrek, en van wie ik ook weet hoe hun huiselijke omstandigheden zijn, waren blij. Ging ik hun werk in Nederland verkopen? Zouden mijn landgenoten de engeltjes leuk vinden? Ze waren ook wat gespannen, want in hun ogen wilde ik rare dingen. Of er ook engeltjes met stipjes gemaakt konden worden? Met verticale strepen? Met geel haar?

De stippen leidden in eerste instantie tot streepjes van 3 of 4 kralen, maar na een paar keer had Hamida, de coördinator, het door. De verticale strepen waren ineens helemaal geen probleem maar over het gele haar struikelden de vrouwen. Dat haar deden ze altijd met zwarte kralen.

‘Geel? Dat doe ik nooit. Dat hoort niet, ya Maryam.’ Waarna Hamida  vervolgde: ‘ We doen toch altijd blauw?’ Ik keek haar verbaasd aan. Dat had ik nou nog nooit gezien.

‘Echt waar, kijk maar hier.’ Ze pakte er een engeltje bij dat toch heus zwarte haren had. ‘Blauw,’ wees ze.

Haar broer schoot te hulp.

‘Azraq,’ zei hij, ‘ dat betekent hier donker.’

‘Hoe noemen jullie dan blauw?’

‘Ook azraq, om het jou makkelijk te maken.’

Uiteindelijk ontstond er een aardige collectie, die mee naar Nederland mocht. Over deze collectie later meer, want eerst wil ik de maaksters voorstellen.

Onze  vier vrouwen

Allereerst is daar Hamida, 35 jaar, getrouwd met Mohammed die een pick-up truck heeft. Daarmee vervoert hij vrachtjes als daar behoefte aan is. Met zo weinig toeristen is er niet veel vraag. Hij heeft niet veel omhanden. En hij heeft geen uitgebreid netwerk omdat hij nogal verlegen is.

Hamida, bedoeïenenvrouw

Hamida met haar dochtertjes Nora en Zeinab

Hamida heeft 5 kinderen, 4 dochters  en 1 zoon. Dolblij is ze met de dochters want die blijven later bij moeder in de buurt. Gezellig is dat, en ook nuttig. Want de meisjes helpen al snel mee. De oudste (15) maakt al hele mooie engeltjes en kettinkjes. Maar in de ochtend gaat ze nog steeds naar school.  Omdat Hamida dat wil, haar man kan het niet schelen.

Hamida ’s werk is het mooiste. Soepel en keurig afgewerkt. Maar met de tekeningen die ik van kleurencombinaties maakte kan ze niks. ‘Ga maar naast me zitten en zeg het me maar,’ vindt ze. ‘Dat werkt beter. Zo’n vel papier, daar houd ik niet van.’

Overigens is Hamida degene die de mobiele telefoon tegenwoordig bij zich heeft. Zij verdient nu geld, krijgt opdrachten en onderhoudt voor een groot deel het gezin. Mohammed zien we niet vaak: die zit bij zijn zussen of moeder en drinkt thee.

Onze tweede vrouw is Sabaha.

Sabaha met de engeltjes

Sabaha met de engeltjes

Zij is ook 35 jaar en een schoonzus van Hamida. Lief en hartelijk is Sabaha,  maar ook een beetje traag.  Ze droomt vaak weg, en dan vergeet ze  haar kralenwerk en soms haar dochtertje van anderhalf.  Die viel een keer van het opstapje en het duurde even voordat Sabaha weer bij de les was.

‘Zitten er drie vrouwen bij elkaar en niemand let op de baby,’ mopperde haar man, die overigens ook geen hand uitstak.  Sabaha heeft zes kinderen, drie jongens en drie meisjes.

De oudste, een zoon van 15, werkt al met toeristen, tenminste als die er zijn. Het is een wat gesloten, koppige jongen die liever bij zijn ooms zit dan bij zijn vader. Want vader heeft almaar kritiek op hem en dat verdraagt hij niet manmoedig, zoals het graag gezien wordt.

De jongste, van anderhalf,  zal de laatste zijn.

‘We nemen niet zoveel kinderen meer,’zegt Sabaha. ‘ Vijf of zes, dat is mooi.’

Dan hebben we Jamila. Zoals alle vrouwen hier trouwde ze jong. Maar helaas kwam er geen baby. Haar man wachtte zeven jaar en besloot toen een tweede erbij te trouwen.

Jamal en Yusuf, zoontjes van Jamila

Jamal en Yusuf, zoontjes van Jamila

Deze vrouw had al kinderen dus de kans was groot dat hij bij haar wel vader zou worden. Want hier denkt men al snel dat het aan de vrouw ligt. Nadat de trouwdag was gevierd was de tweede al snel zwanger. En…Jamila ook.  En dus werd Ahmad in 2010 tweemaal vader, met een maand ertussen.  De tweede vrouw was beeldschoon en al aan haar derde echtgenoot toe.  Maar ze was ook eigenwijs en overtuigd van haar eigen gelijk.

En dus sprak Ahmad de scheidings­formule driemaal uit, en besloot zich bij Jamila te houden. Die kreeg in 2011 nog een zoontje en in 2013 een dochtertje. En schilderde een groot hart in de slaapkamer.

Jamila heeft gevoel voor humor en haar gezicht straalt altijd als de volle maan. En dat zie je terug bij zoontje Yusuf, die sprekend op zijn moeder lijkt.

Tot slot is daar Hamda. Zij is de zus van Hamida en net 30 geworden.  Hamda hoeft helemaal niet te werken want ze is op haar zestiende goed getrouwd. Haar man heeft 2 jeeps en een prachtig huis, speciaal  voor haar gebouwd. Met maar liefst twee badkamers, een mooie keuken, een echte eethoek – maar daar zit nooit iemand- en een bankstel dat ook nooit gebruikt wordt. Want iedereen zit altijd op de grond.  Hamda is humoristisch, intelligent en lief. Met haar, en met Jamila, kan je echt lachen.

Khalud, oudste dochter van Hamda

Khalud, oudste dochter van Hamda

Hamda helpt haar zus met de engeltjes, gewoon, omdat het gezellig is en ze van haar zus houdt. Zij heeft nu vier kinderen, van wie de oudste, een dochter, nu 13 is.

Dan volgen twee jongens en dan weer een meisje. Tussen elk van de kinderen zit vier jaar. ‘Dan heb ik alle tijd voor de baby ’ zegt ze. Want dan gaat die van vier naar school.

In de komende tijd blijven we deze vrouwen volgen. Mochten we meer producten kunnen verkopen, dan komen er ook meer vrouwen in beeld. Voorlopig echter houden we het bij deze vier.

Samen koken

Iedere volwassen bedoeïen kan koken. Op gas, op een houtvuur, dat maakt niks uit. Vrouwen koken over het algemeen thuis, en mannen als ze in de woestijn zijn. De ouderen leren het de jongeren zelfs de kleintjes doen soms mee.

De kinderen beginnen rond hun tiende het brooddeeg te kneden onder toeziend oog van de aanwezigen. Het is een leuk spelletje in het begin. Net zoals afwassen of de geiten opdrijven. Maar rond het 15de jaar wordt er toch echt wel verwacht dat er een keurig brood gebakken kan worden. Of dat nu van de plaat is of vanuit de as van het vuur.77f
Brood bakken is altijd de taak van de jongste kameeldrijver die op de trektocht meegaat. Thuis doen de meisjes het. Maar hoe aardig het ook gaat, commentaar wordt er altijd geleverd. Niet alleen aan de broodbakkende jongens en meisjes, ook aan volwassenen , wat ze ook aan het doen zijn.

Op een avond zit ik met een stel oudere mannen en vrouwen rond het vuur. Er wordt macaroni klaargemaakt. De gastvrouw, Umm Salim, schenkt olie in de pan, voegt uien toe en duwde flink wat hout onder de pan om ze te fruiten. Het vuur laait op; de vlammen lekken hoog rond de ijzeren pot.
‘Het gaat te snel’ haar man trekt wat takken weg.
‘Nee, er zit te veel hout hier, maar in het midden moet het juist heter worden,’zegt haar zus en duwt een tak naar het midden.
‘Doe jij geen knoflook? Wij doen altijd knoflook,’ zei een grijsaard die ik niet ken.
‘Knoflook moet na het water,’zegt de man,’en het water moet er nu bij. Ga water pakken ya Salim.’
Zijn zoontje van 9 snelt weg en komt met de jerrycan terug.
De huisvrouw verblikt of verbloost niet. Zo gaat het altijd. Zij knikt naar haar man, schenkt water op de uien die vrolijk beginnen te sissen. Haar zus rommelt aan een kant met de takken terwijl de grijsaard aan de andere kant trekt en duwt. Het vuur vlamt flink op. Het water kookt. Umm Salim roert met een metalen staaf met gaatjes aan de zijkant in de pan.
‘Waarom gebruik je je fluit daarvoor! Ya Allah, ben je gek? Heb je dan geen lepel?’
‘ Ik was hem weer af.’
‘De macaroni moet er nu bij, hoor. Haal de macaroni ya Salim.’
‘Ik doe deze saus erbij.’ Umm Salim scheurt een zakje open.
‘Het kookt te hard. Straks is het hout op, trek het hout weg.’
‘Heb je geen verse tomaten? Ik neem nooit dat merk , ik neem vers en een blikje. Dat is lekkerder.’
‘Let nou op het vuur , de saus kookt niet meer, het moet toch koken?’
Onverstoorbaar roert Umm Salim met haar fluit door de saus. De grijsaard vraagt weer om knoflook, de zus bekijkt het zakje van de saus, Salim is bij de buren een lepel gaan halen en mag nu de fluit schoon gaan maken.
‘Doe je erwtjes erbij? Daar heb ik nou nog nooit van gehoord.’
‘Dat is nieuw, dat leerde Fathiya van haar man. ‘
‘O ja? Hoe kwam Swelmi daar dan bij?’
‘ Zeker van zijn broer, die is met een Egyptische getrouwd.’
‘Egyptische vrouwen, die kunnen pas koken! Nou, dan zal ’t wel lekker zijn.’
‘Wij bakken lekker brood, maar echt koken, nee, dat kunnen wij niet,’ zegt Umm Salim tegen mij. Ga maar eens bij de Egyptenaren eten ya Maryam. Die eten altijd of het feest is.’
Waarna ze een grote schaal pakt, de boel erop gooit, in het midden gesneden komkommer en tomaat strooit. Een schaaltje met ongesneden lente ui staat er naast.
Bismillah, zeggen we. We eten zwijgend. En als toetje speelt Umm Salim een kort wijsje op haar fluit. 19sinai 20112 101 - kopie

Marion Meulenbroek
Stichting Hadiya Reizen

Douchen in de woestijn

Douchewater putten

Douchewater putten

’s Morgen in alle vroegte de koele woestijnwind langs je blote lijf te voelen. En dan een frisse douche, om je op de wandeltocht voor te bereiden. Dat is fantastisch, nietwaar?

Misschien wel, maar er liggen toch wel wat obstakels in het zand. Allereerst: naaktheid. Wij mogen dan denken: wat maakt het me uit als een van de begeleiders mij bloot aantreft, maar voor hen ligt dat anders. Zij willen absoluut niet geconfronteerd worden met de naaktheid van een ander, of het nu om mannen of vrouwen gaat. Sommige bedoeïenen zien het naakte lichaam van hun partner nooit, laat staan dat van een vreemde.

Dan is er het water. Dorst hoeven we niet te lijden, en een litertje om je wat af te poedelen kan er heus wel af, maar een echte douche? Dat kunnen we je niet bieden en dat wordt wachten tot we weer in de bewoonde wereld zijn.

water in de woestijnWant wij trekken met kamelen door de woestijn en kunnen dus maar beperkt bagage en water  meenemen. Op een jeeptocht ligt dat alweer anders en zo kan het dat de heuse woestijndouche dan wel binnen bereik is.

Uit ervaring blijkt dat je aan 2 flessen van 1,5 liter genoeg hebt om je van top tot teen te kunnen wassen, inclusief je haren. En leg je die flessen een half uurtje in de zon, dan is het water lekker lauw.

En hoe pakken we de heuse woestijndouche aan?

  • woestijndoucheZoek een plekje waar niemand je kan zien. Vanuit jouw plek moet je geen hutjes, autosporen of andere tekenen van menselijke aanwezigheid zien
  • Vertel je reisgenoten dat je gaat douchen en waar je van plan bent te gaan staan. Ook de bedoeïenen.
  • Neem je flessen water, je zeep en wat je verder nodig hebt mee.
  • Hang je kleren te kijk: hier sta ik.
  • Ga als het kan op een stuk steen staan, dan krijg je geen natte zandvoeten.
  • Kom volledig gekleed weer tevoorschijn en laat niets achter op je doucheplek.

Samen douchen, halfnaakt rondrennen, schaars gekleed en plein publique je haren en lijf drogen of je ondergoed (al dan niet gedragen) vertonen is niet de bedoeling. We zijn nu eenmaal in het Midden Oosten.

Marion Meulenbroek

Stichting Hadiya Reizen

Verliefde kamelen in Sinai

kamelen sinaiOp een van mijn tochten met kamelen hadden wij een hengst en een merrie bij ons. Nou gebeurt dat wel vaker, maar deze twee vonden elkaar wel erg leuk. En dat leidde tot het onvermijdelijke: een paring.

Mijn begeleider belde eerst zijn vader, de eigenaar van de merrie. Of de dieren hun gang mochten gaan.  Het groene licht werd gegeven en de hengst losgelaten.  Die was niet al te slim, of zo door lust overmand dat hij kop, staart en flanken van zijn beminde niet meer kon onderscheiden. Terwijl zij uitnodigend knielde, hing hij dwars over haar heen.  Hier was hulp nodig, en na wat geduw en getrek zat de hengst in de juiste positie.

Het paringsritueel

opgewonden kameelKamelen zijn de enige zoogdieren die knielend paren. Het is een merkwaardig gezicht, maar merkwaardiger nog, en voor ons mensen bepaald onaantrekkelijk, is de manier hoe de kameel indruk op zijn dame wil maken.  Penetrant geurend zweet staat in zijn nek, het schuim loopt hem van de lippen, met zijn staart zweept hij zijn urine wild in het rond en, tot afschuw van menig reiziger,  blaast hij zijn tong op tot een grote paarsachtige ballon die hij met een blubberend geluid weer leeg laat lopen.  De dame raakt geïmponeerd door al die opwindende geuren en geluiden  en besluit of ze hem al dan niet toelaat.

Dat is niet altijd de bedoeling. Vuistregel bij de bedoeïenen hier in Zuid Sinai is:  1 jaar drachtig, 1 jaar zogen en dan 1 jaar leeg. Zodat de merrie bij kan komen en volledig inzetbaar is voor het werk. Want met een zwangere kameel moet je voorzichtig zijn. Je mag haar niet te zwaar belasten, niet te veel laten draven en al helemaal niet laten galopperen. Is de zwangerschap gevorderd, dan wordt het knielen ook lastig voor haar *)

De meelzak

voorbehoedsmiddel kameel

En daarom ontwikkelden de bedoeïenen dit voorbehoedsmiddel: de meelzak.  Praktisch, goedkoop en  doeltreffend. Want het is lastig om voortdurend al die gretige hengsten in de gaten te houden, zeker als je tijdens een wandeltocht je kamelen in een oase gaat drenken.

babykameel sinai egypte

Babykameel

Bij een succesvolle paring wordt na een jaar een ET-achtig wezentje geboren. Met een half jaar mag het jong mee op de wandeltocht.  Is het twee, dan begint de opvoeding, die vooral op correctie gebaseerd is. Met 4 jaar zal het diertje tot een volwassen exemplaar zijn uitgegroeid.  En dan begint de hele cyclus weer opnieuw.

Marion Meulenbroek

Stichting Hadiya Reizen

*) Dat niet iedere eigenaar voorzichtig met de drachtige merrie omgaat is te lezen in het stuk: de pootjes van het kamelenjong

Foto’s maken van de Bedoeïenen tijdens een woestijnreis

Het is vaak een beladen onderwerp: foto’s maken tijdens een reis. En dan bedoel ik natuurlijk niet een landschapsfoto of een opname van een mooi gebouw. Waar we vaak niet goed weg mee weten is het fotograferen van mensen. Hoe zit dat bijvoorbeeld tijdens onze woestijnreizen?

Bedoeïenen als gids en gastheer

bedoeienen fotograferenOf we nu met kamelen of met een jeep de woestijn intrekken, altijd hebben we een team van Bedoeïenen bij ons die als gids en gastheer optreden.  Tijdens de wandeltocht leren we elkaar steeds beter kennen en geen van onze begeleiders heeft er problemen mee dat er foto’s gemaakt worden.

Integendeel, ze zouden het maar wat raar vinden als ze in je reportage zouden ontbreken.  Dus ga gerust  je gang,  leg onze begeleiders vast terwijl ze brood bakken, de kamelen zadelen, eten koken of met elkaar rond het vuur zitten.  Het geeft een uniek beeld van een unieke reis.

Maar ja, we willen natuurlijk ook wel graag plaatjes van de andere helft van de bevolking, van vrouwen. Hoe pakken we dat aan?

Vrouwen en kinderen fotograferen

De meeste vrouwen vinden het eigenlijk best leuk om gefotografeerd te worden. Wel gesluierd, maar dat mag de pret niet drukken, want zo verschijnen ze nu eenmaal buitenshuis in beeld.

bedoeienenvrouwen fotograferenbedoeienen kinderen woestijn

Samen met de kinderen is nog beter, want welke moeder is nou niet trots als een groepje buitenlanders hun kleintje voor een foto uitverkiest?

Ook de wat grotere kinderen poseren graag. En dan wil iedereen zichzelf natuurlijk graag terugzien op het schermpje.  Vrolijke momenten zijn dat, waarbij veel gelachen wordt.

woestijnreis sinai kinderen

Batterij opladen

Houd er bij het terugkijken wel rekening mee dat je batterij onderweg niet opgeladen kan worden. Nergens is er immers stroom.

En tot slot: we betalen nooit voor een foto. Iemand wil wel of niet gefotografeerd worden.  Meer smaken zijn er niet.

Marion Meulenbroek

www.hadiyareizen.nl

Naar de WC tijdens de woestijnreizen

Tijdens de wandeltocht door de Sinai woestijn vind je geen WC’s onderweg. Gelukkig maar, zou ik zeggen, want een vuil openbaar toilet is bepaald geen genoegen.

Maar ja, wat dan? Zomaar ergens in de frisse natuur je behoefte doen? In die zandbak?  For all to see? Dat valt gelukkig erg mee.  Onderweg of rond het kamp is er altijd wel een rots, heuvel of zandhoop om achter te hurken. Goed, en dan nu de ultieme toilet procedure:

  1. wc-papierGraaf een klein kuiltje
  2. Als het waait houd dan rekening met de windrichting
  3. Doe wat je moet doen
  4. Leg een steen op je ontlasting
  5. Verbrand je WC-papier

lucifers

Dat laatste is absoluut noodzakelijk want WC-papier blijft jaren liggen. Het regent immers nauwelijks in de woestijn, dus het lost niet op. En niets is zo goor als achter een rots opeens allemaal gebruikt papier te zien liggen.

Wie het hurken bezwaarlijk vindt kan op zoek naar twee of drie kloeke keien en daar een Wc-tje van bouwen. Laag bij de grond, maar o zo comfortabel.

woestijnreizen sinai

Genoeg plek hier

Dit bord kennen wij niet in Sinai

Dit bord kennen wij niet in Sinai

 

Marion Meulenbroek

http://www.hadiyareizen.nl

Requiem voor een kameel

Zeena en Maryam

Zeena kreeg ik op een van mijn eerste tochten door de woestijn toebedeeld. Een niet al te grote naga (merrie) met een fraai hoofdje en een prettige gang. ’t Klikte meteen tussen ons en nadien vroeg ik altijd om haar. Of ik nu met haar baas op pad ging, of met andere bedoeïenen, Zeena ging met me mee.

Kamelen hebben, net als andere dieren, een eigen persoonlijkheid en die van Zeena lag me wel. Haar zus Ida was heel anders, een zogenaamde staarthanger. Ida durfde niet bij de karavaan weg, wilde niet voorop lopen en ging zeker niet tegen de stroom in. Zeena maakte het allemaal niks uit. Hoewel: voorop lopen vond ze haar goed recht. Tussenin wou ze niet, dan draafde ze mopperend en brommend naar voren om haar eigen plek in te nemen. Tenzij ik haar duidelijk liet weten dat wij samen andere plannen hadden. Dan schikte ze zich en liep opgewekt achteraan of bleef samen met mij op een wandelaar te wachten die zich in een rotspartij of struikje verdiept had. Zeena was de perfecte bezemwagen.
Opstappen was wel een kunst. Want ze had de neiging al omhoog te komen voor ik in het zadel zat. Terwijl zij haar voorbenen strekte, hees ik me aan de zadelknoppen omhoog. Dat vond iedereen knap geinig, maar ik was en niet echt blij mee.

Zeena, Maryam en Maryam

In 2010 baarde Zeena een veulentje dat haar familie ‘Maryam’ doopte, naar mij. Na een paar maanden mocht Maryam mee en huppelde ze vrolijk tussen de wandelaars en haar moeder heen en weer. Moeder functioneerde nog steeds prima, al hield ze haar jong wel met argusogen in de gaten. Slapen deden ze samen, zij aan zij.

Herfst 2011 zat ik met een groepje wandelaars bij de eigenaars van Zeena te eten. Die verwenden ons, op deze eerste avond in de woestijn, met kip en rijst. We hadden ons rond de grote schotel geschaard, waar het voedsel hoog opgetast lag.
Zeena lag een stukje verder op met Maryam naast zich. Dan, opeens, sprong ze op, ze schreeuwde, galoppeerde weg en stortte na een paar 100 meter neer. Gealarmeerd renden we naar haar toe, stonden om haar heen.

Nadat de gasten zich teruggetrokken hadden probeerden we haar te helpen. We masseerden haar buik, nek en rug. We sneden haar neusvleugel in en wreven haar borst en schouders in met bloed. We liepen rondom haar, bespuwden haar om de dood te verdrijven. As smeerden we op haar borst.
’s Nachts om 12 uur kwam er een opleving: ze probeerde op te staan. Het lukte niet. En toen, om 3 uur ’s nachts is ze gestorven. Een korte, felle rouwkreet uitten de bedoeïenen. En nogmaals. Daarna werd het stil.

Rijd ik nu door de vallei waar zij stierf, dan kijk ik altijd naar de plek waar zij haar laatste uren doorbracht. De kameel die me leerde rijden, die me door de toen zo onbekende woestijn droeg. Zittend op haar voelde ik hitte noch koude, wind noch dorst. De Beste, dat was zij.

Marion Meulenbroek
http://www.hadiyareizen.nl

Op zoek naar de heilige gronden

‘Heiligdommen? Die kennen wij hier niet hoor. Hoe kom je erbij?’ Sami klonk zelfverzekerd, maar ik geloofde hem niet. In heel Noord Afrika en het Midden Oosten vind je heiligdommen en dan zou er uitgerekend in Zuid-Sinai geen zijn? Dat leek me sterk. En daarom ging ik bij zijn moeder op bezoek.

heiligdom sinai woestijn egypteZij bevestigde mijn vermoeden. Zeker waren er heiligdommen in de streek. Twee kende ze goed: Die van Nabih Saleh langs de weg van Katharina naar de kust en die bij de oase al-Ahdar.
Eeuwenlang hebben dergelijke heiligdommen een belangrijke rol vervuld in het leven van de Moslims en Christenen in de regio. Men ging erheen om te bidden, vertroosting te vinden, te offeren en gunsten af te smeken.
Vaak is er op zo’n heilige plek een graftombe. Wie er ligt is lang niet altijd bekend: een stamoudste allicht van onbesproken gedrag, of een plaatselijke heilige. Maar soms vind je alleen maar een leeg gebouwtje, een oeroude boom of een merkwaardig gevormde rots. Wat vaststaat is dat de plek over bijzondere krachten beschikt. Wie er vertoeft weet zich omhuld door het goddelijke.

De volgende dag reden Sami en ik via diverse wadi’s westwaarts en al wat we zagen – gehuchten, weedplantages, kamelen – geen heiligdom. Sami chauffeerde me met frisse tegenzin. Hij had helemaal geen trek in een bezoek aan een gebouwtje waar bijgelovige moslims wie weet wat voor archaïsche handelingen verrichtten. Hij vond het ouderwets en hoopte dat ik mijn plan op zou geven. Hij wist nog wel een mooie moskee. Was dat niet een beter doel voor vandaag? Bovendien, de schrijn was waarschijnlijk allang ingestort en verdwenen.

We stopten bij een van de gehuchten om de weg te vragen. Niets bewoog. Geen geluid was er te horen en de hitte deed de lucht trillen.
‘Zijn er mannen?’ riep Sami. Een gesluierd hoofd dook op van achter een muurtje.
‘Nee. Wat wil je?’
‘Ik zoek een gids, ik moet naar de schrijn.’
‘Rij naar het noorden. Bij de hutten daar zijn wel mannen.’
Na tien minuten vonden we een stokoude man, die onder een afdakje lag te slapen. Hij belde zijn zoon, die bij ons in de jeep sprong.
.
Toch nog onverwacht doemde op de zandvlakte een vierkant gebouwtje voor ons op. Met de helderwitte koepel deed het me aan een Grieks kerkje denken. Dichterbij gekomen vonden we, verspreid op de grond, botjes en andere dierlijke resten. Hier was onlangs nog geofferd, dat stond vast. Maar Sami wilde er nog steeds niet aan. Die botten, beweerde hij, waren minstens 20, zo niet 30 jaar oud.
‘Echt Maryam, dit is van heel vroeger.’

Ik trok mijn schoenen uit en vond binnen een sarcofaag, bedekt met een groen kleed. Aan het hoofdeinde prijkte Surat-al-Sharh
‘Ken je de sura? Welke is het?’ Tegelijk besefte ik het onhandige van mijn vraag. Hij zou het niet weten. Misschien schaamde hij zich dan wel.
‘Dat hoef ik jou toch niet te vertellen, dat weet jij net zo goed,’ pareerde hij mijn vraag en wandelde naar buiten. Waar hij naar de wapperende stukjes groene stof keek, vastgebonden aan een balk. Hoe dat daar kwam en wie dat deden?
‘Het zijn stukjes van het kleed over het graf. De gelovigen die hier komen snijden wat weg en hangen dat dan op. Zo wappert hun wens naar boven, naar Allah.’

Toen we weer bij moeder verschenen pakte ze de pan met rijst. Ze gooide de inhoud op een schaal, gaf mij een lepel en maande ons te eten.
’t Was mooi,’ zei ik. Er hing een sura aan de muur.’
‘Ja, ’t is mooi. Ik ben er vroeger wel geweest. Met je vader. Jij was nog klein.’ Ze keek haar zoon aan. ‘Maryam vindt het mooi.’
Sami maakte met zijn rechterhand balletjes van de rijst en stopte die met een sneltreinvaart in zijn mond. Dan zei hij:
‘Ik zei het je toch, Maryam, 30 jaar geleden, toen kwamen er mensen.’

Surat al-Sharh (sura 94) (vertaling MM)

In de naam van God, de barmhartige, de liefdevolle
Zorgden wij er niet voor dat je weer kon ademen,
dat je last verlicht werd, de last die zo zwaar op je schouders lag?
Hebben wij je aanzien niet vergroot?

Leed en vertroosting komt te zelfder tijd
Ik zeg: leed en vertroosting komt te zelfder tijd
Mocht je je taak volbracht hebben, begin een nieuwe opdracht
En zoek voortdurend naar de Heer

Alle yogareizen van Stichting Hadiya reizen bezoeken het heiligdom en overnachten op de heilige gronden Een bijzondere plek om te mediteren en stil te staan bij wat je beroert.

Marion Meulenbroek
www.hadiyareizen.nl

Social media in de woestijn

Sta ik op je website? Hoe dan? Wie kan dat dan zien? De hele wereld?’ Sami kijkt me verbluft aan. Op mijn laptop laat ik hem de website zien. Hij kijkt en ziet ondermeer zichzelf en zijn moeder. Mooi, vindt hij. En dan vraagt hij naïef: ‘gaan nou mensen van over de hele wereld jou bellen? Vragen ze dan ook wie ik ben? Zeg je dan dat ik een jeep heb en safari’s doe?’

Ik herinner me nog hoe ingewikkeld ik het begrip internet vond toen het pas bestond. Dat ik niet snapte hoe het werkte, laat staan het nut ervan. En nu kost het me moeite hem uit te leggen dat het zo niet werkt. Dat ik geen telefoontjes hoef te verwachten over hem en zijn jeep. Maar hij onderbreekt mijn uitleg en komt met iets anders: hoe kan je nou die website vinden? Dat wordt lastig want Sami kan wel Arabisch lezen en schrijven, maar geen Engels. Dus geef ik hem een lijst Arabisch-Engelse letters en spel voor hem de naam van mijn website.

Nu zit hij een hele tijd te zwoegen want hij begint met mmm in plaats van www. Als hij het op wil geven grijp ik in. Nu staat er www maar hij vergeet de punt. Ik zeg: ‘nukta’, hetgeen punt is in het Arabisch. Maar het staat ook voor checkpoint. En daar zijn er heel wat van in Sinai. Waarna ik hem hoor mompelen: ‘www checkpoint hadiyareizen’. Ik verbijt een lach.

mmm, Sami ploetert voort

Nog een half uur later heeft Sami er schoon genoeg van. YouTube kent hij en nu wil hij filmpjes zien over de woestijn. Nooit iets anders, bijvoorbeeld Nederland in de sneeuw of de Keukenhof. Dus kijken we voor de zoveelste keer naar een kamelenrace, naar een muzikant die een traditioneel instrument bespeelt en naar een rijtje dansende mannen.

De meeste bedoeïenen die ik ontmoet zijn niet erg geïnteresseerd in wat er buiten hun leefgebied gebeurt. De regio gaat nog net. Van daarbuiten weten ze genoeg, denken ze. Daar komen de toeristen vandaan en die zijn allemaal rijk. Die wonen in grote mooie huizen en hebben dikke auto’s, net zoals de mensen in soapseries.

Is het internet, mede door de taalbarrière, nog niet ingeburgerd, mobieltje zijn dat wel. Iedere man heeft er een en de telefoontjes lijken wel in de handpalm vastgegroeid.
Er wordt veel en nutteloos over en weer gebeld. Zomaar, om de tijd te doden.
‘Hallo, hoe is het? …Goed, waar ben jij?… Ik zit thuis (in de auto, op het strand)… Nou, daag.’ Zo belt Sami minstens 20 keer per dag. Hij is trots op het gigantisch aantal nummers dat hij verzameld heeft. Meer dan al zijn vrienden heeft hij. Wel 25 Ahmads en meer dan 30 Muhammads.
‘Jij hebt denk ik maar 20 nummers, ‘ zegt hij vol medelijden. ‘Wie kent jou hier? Wie heeft jouw nummer? Jij wordt bijna nooit gebeld.’

mobieltje vastgekleefd in de handpalm

Sommige gesprekken zijn echter minder loos. Jonge verliefde mannen bellen met de familie van hun vriendinnetjes. Heeft vader de mobiel dan volstaat het simpele gesprek. Neemt hun lief op dan is een afspraakje zo gemaakt.
‘Ben je alleen thuis? Tot wanneer? Kom je naar buiten, achter de houtheuvel?’ Het mobieltje is een geliefd cadeau om aan je vriendin te geven en op de trilstand gezet, hoeft niemand te weten dat je er eentje hebt. Met de SMS-jes sluipen de afspraakjes het huis binnen en de meisjes hoeven ontmoetingen niet meer aan het toeval over te laten. Het is spannend om met je vriendje af te spreken en de meisjes staan niet meer te springen om op hun achttiende te trouwen.
‘ Over een jaartje,’ zeggen ze,’ nu nog niet.’ Want trouwen willen ze heus wel. Vooral moeder worden, dat is het mooiste wat er is. Maar dat kan over een paar jaar ook nog. Voorlopig is het goed zo, een beetje verkering met die, of met die…

© Marion Meulenbroek
Meer informatie over wandelreizen in de Sinai woestijn? Zie http://www.hadiyareizen.nl